Aankoop totaal verwaarloosd gebouwKeuze voor functies gebouwOpknappen buitenkant gebouwOpknappen binnenkant gebouwBouwvergunning en brandpreventieGemeentelijk monument
Gemeentelijk monument
Op 27 juni 2006 heeft het college van B&W Rotterdam het voormalige poortgebouw van Thomsen's Havenbedrijf aangewezen als gemeentelijk monument. Hieronder de zogeheten redengevende omschrijving van Bureau Monumenten.Inleiding
Het poortgebouw op het voormalige terrein van Thomsen's Havenbedrijf aan de Benjamin Franklinstraat (voorheen Keilestraat 8) is gelegen aan de havenbekken van de Lekhaven op de hoek van de Keilestraat en de Benjamin Franklinstraat. Het gebouw is gerealiseerd in de periode 1946-1948 naar ontwerp van de architecten J.A. Brinkman en J.H. van den Broek met medewerking van H.B.J. Lops. Het gebouw verving de in 1944 verwoeste panden op het terrein van Thomsen. Oorspronkelijk fungeerde het als centraal poortgebouw in het loodsencomplex (gerealiseerd tussen 1943 en 1949) en met als functie kantoor en transfer van passagiers. De loodsen aan weerszijden van het poortgebouw waren bestemd voor opslag en overslag van goederen. In het poortgebouw werd gestreefd naar een overzichtelijke plattegrond waarin de ruim 500 havenarbeiders zich zouden wassen, kleden en eten. In het uiteindelijke ontwerp werd een spoorlijn door het poortgebouw gevoerd. De belendende loodsen hadden omwille van het spoorlijntraject afgeschuinde hoeken. Het pand staat nu geheel vrij. Na een brand eind 1996 in de Keilehaven ten noordwesten van de Lekhaven, werd een aantal nog resterende wederopbouwpanden gesloopt, waaronder de ter weerszijden van het poortgebouw gelegen loodsen Black Diamond en India. In de periode 2004-2005 is het poortgebouw gerenoveerd.
Omschrijving
Exterieur
Het in beton en metselwerk opgetrokken poortgebouw heeft een rechthoekige plattegrond en bestaat uit 2 bouwlagen. Door sloop van de loodsen zijn de orspronkelijke binnenmuren van het poortgebouw buitenmuren geworden. De oorspronkelijke loodsen tekenen zich af in het metselwerk van de oorspronkelijke binnenmuren, de huidige buitenmuren. Het metselwerk van deze muren is grijs geschilderd. De van oorsprong zichtbare delen, onder de opgeklapte dakdelen en van de uitkragende verdiepingsgevel aan de straatzijde, zijn van witgeverfde schoon beton. De zijgevels zijn gesloten, met uitzondering van een opening op de verdieping
aan de oostzijde. Hier bevond zich een venster dat vanuit het poortgebouw uitzicht bood in de naastgelegen loods. Het uit meerdere glaspanelen bestaande venster werd aangebracht ter nagedachtenis aan de medewerkers van het bedrijf die in de jaren 1940-'45 zijn gesneuveld. Het venster is in 1995 door het Havenbedrijf verwijderd. Het dak bestaat uit een licht hellend zadeldak met in lengterichting van het gebouw opgeklapte dakdelen; een soort lessenaardaken waarmee het gebouw zich opent naar de lucht en het licht.
Van belang voor het aanzicht van het gebouw is de grote mate van transparantie in de gevels aan de Keilestraat en de kade. De zichtbaarheid van de constructie (staalskelet) bepaalt de ritmiek van de gevel. De gevels zijn geheel opgebouwd uit stalen puien met een indeling in grote glasvlakken. Aan de straatzijde bevinden deze puien zich op wit geschilderde gemetselde borstweringen; aan de kade bestaan de borstweringen uit staalplaten. In de pui zijn grote stalen schuifdeuren aangebracht met een identieke indeling als de vaste puien. Op de noordoost- en de zuidwesthoek is de gevel teruggelegd ten behoeve van een goederenspoor dat diagonaal door het gebouw liep (in 2004 overdekt met asfalt). Hier bevinden zich diagonaal geplaatste, dubbele stalen deuren. Op de verdieping bestaan de puien geheel uit vensterglas. Aan de straatzijde kraagt de verdieping 3,5 meter uit boven de straat. Het staalskelet is doorgezet in de vorm van consoles. De onderkant van de uitkraging is schuin en heeft een identieke hellingsgraad als het opgeklapte dak. Aan de waterkant is de verdiepingsvloer doorgezet tot een ondiep balkon doorlopend over de volle lengte van de gevel. Het balkon heeft een balustrade van buisstaal en wordt onderbroken door een erker.
Interieur
Ook in het interieur speelt de constructie van het gebouw een belangrijke rol. Met name op de begane grond is het lijnenspel van stalen kolommen en liggers in combinatie met de zichtbare bekisting van de vloeren bepalend voor de atmosfeer in het gebouw. De spoorrails heeft het gebouw in twee wigvormige delen verdeeld. Aan de straatzijde waren hier de dienstruimten ondergebracht die door stalen binnenpuien van elkaar worden gescheiden. Naast de ingang is een portiersloge ondergebracht. De hoogte van de begane grond maakt een tussenverdieping mogelijk. Aan de waterzijde is de ruimte niet door binnenpuien verdeeld. De kade is hier als het ware in het gebouw voortgezet door toepassing van klinkerbestrating.
Op de verdieping heerst een andere atmosfeer die grotendeels wordt bepaald door de wijze waarop het licht in het gebouw naar binnen valt. Het zadeldak is voorzien van doorlopende, haaks op de nok geplaatste lichtkappen, waardoor ook in het binnenste van het gebouw zeer veel daglicht naar binnen treedt. Bovendien zijn de stalen binnenpuien met vensterglas of matglas gedicht en zijn boven enkele gesloten wanden bovenlichten aangebracht, zodat het daglicht van alle kanten het gebouw binnenvalt. De puien hebben overwegend stalen borstweringspanelen en ook de deuren zijn aan de onderzijde van staalplaten voorzien.
De indeling van de verdieping valt uiteen in drie delen: aan de straatzijde een reeks grote ruimten onder het lessenaarsdak met oorspronkelijk het schaftlokaal. Dit deel grensde direct aan het middelste deel onder het zadeldak, waarin kleedkamers, douche, toiletten en de keuken voor het personeel waren ondergebracht. Een over de volle breedte van het gebouw doorlopende gang scheidt dit deel van de ruimten onder het lessenaarsdak aan de kade. Hierin waren diverse kantoorruimten en een wachtruimte voor passagiers gehuisvest.
Verder zijn voor het interieur van belang de fraaie trappen die langs de zijgevels zijn
aangebracht. Deze bestaan uit gladde betonnen treden met stalen hoekprofielen tussen granito randen. De trappen worden ondersteund door stalen liggers en hebben stalen buisframe trapleuningen. De vloer van de lange gang is belegd in een dambordpatroon van steenrode en crèmekleurige dubbelhard gebakken tegeltjes. Langs de wanden granito randen, die zijn .doorgezet in de, circa 15 centimeter hoge, plinten. Een opvallend detail zijn de oorspronkelijke radiatoren die het uitzicht naar buiten zo min mogelijk belemmeren, ze zijn opgebouwd uit vier boven elkaar geplaatste, horizontale buizen.
Het kleurgebruik in het interieur is sober. De binnenpuien zijn in een grijze kleur afgewerkt evenals het zichtbare staalskelet. De onderkant van de verdiepingsvloer en de bimsbetonnen dakpanelen zijn wit geverfd. Kleur is alleen toegepast in de betegelde vloeren van de gang (steenrood en crème) en wachtruimte (wit met grijze, lichtblauwe en okergele vlakken).
Waardering
Het poortgebouw Thomsen's Havenbedrijf is van cultuurhistorische waarde vanwege de oorspronkelijke bestemming die sterk is verbonden met de snelle naoorlogse groei van de goederenoverslag en passagierstransfers en de snelle wederopbouw van de Rotterdamse haven. Het logistieke karakter van het poortgebouw komt herkenbaar tot uitdrukking in de architectonische inpassing van de verkeersdoorgang voor de trein.
Het poortgebouw is van architectuurhistorisch belang als een goed voorbeeld van moderne industriële bouwkunst, waarbij licht, lucht en ruimte de basis van het concept vormen en nieuwe constructies en materialen zijn toegepast zoals een staalskelet, stalen puien, grote glaspuien, beton en de afwerking van details met stalenbuisframes, granito en dubbelhard gebakken tegels. De bijzondere ontwerpkwaliteiten komen tot uitdrukking in de goed doordachte ruimtelijke inpassing van verkeersstromen en kantoorfuncties in één gebouw, met een helder gevelbeeld dat zich opent aan de havenzijde. Het in hoofdvorm en detaillering gaaf bewaarde poortgebouw is een representatief voorbeeld van het oeuvre van
de architecten J.H. Brinkman en J.H. van den Broek, waarbij de functionele eisen de
hoofdvorm bepalen.
De stedenbouwkundige waarde van het poortgebouw komt tot uitdrukking in de ligging van het gebouw aan de havenbekken in de Lekhaven en de hoekligging van de Keilestraat en de Benjamin Franklinstraat, een ruggengraat in het Vierhavengebied.
Opname: 1997, uitgebreid en aangepast oktober 2005.
Suggesties beeld